vrijdag, januari 11, 2013

Muziek en muziekvoorkeur: een hypothese


Calvin valt buiten elke wetenschap
De beste conclusie die ik kan trekken uit het veelbesproken artikel over muziekvoorkeur en crimineel gedrag is dat muziek in het leven een belangrijke rol speelt. Dat is wat genuanceerder dan 'muziekvoorkeur voorspelt crimineel gedrag', en ook wel een open deur voor velen, maar zo werkt wetenschap nu eenmaal. Wat me in de discussie nogal stoort is dat het begrip 'muziekvoorkeur' zo simplistisch wordt benaderd. Neem bijvoorbeeld metal. In enquêtes wordt dit als één genre beschouwd, terwijl dat onjuist is. Er bestaan veel stromingen binnen metal, van het bijna klassieke heavy metal, via speed metal tot aan doom metal. Elk van deze genres kent zijn eigen liefhebbers. Vreemd genoeg is in het genoemde onderzoek is 'gothic' wel apart bevraagd, terwijl dat genre meestal ook onder de metal geschaard wordt (tenzij het om Gotische muziek gaat, wat ik betwijfel). Hetzelfde geldt voor klassieke muziek. Sterker: het geldt ook voor rock, voor trance, en voor jazz. Wat 'chart pop' is (top-40 muziek) kan ik al helemaal niet duiden. Kortom: genres zijn complex, en ik vind dat je de kwestie van muziekvoorkeur dan ook genuanceerd moet benaderen. Dat werpt de vraag op: hoe moet je zo'n muziekvoorkeurenvragenlijstje dan invullen? Wat vul je in bij zo'n grofmazig instrument als een Likert 5-puntsschaal? Naar mijn idee is er een belangrijk verschil tussen iemand die niets van metal moet hebben en iemand die er groot liefhebber van is. Dat is niet alleen de persoonlijke voorkeur, maar ook de kennis van het genre. Iemand die niet van metal houdt maakt geen onderscheid tussen verschillende subgenres: het klinkt allemaal als 'herrie' (net zoals ik 'haters' van klassieke muziek ken die het zonder enig onderscheid kattengejank noemen). De liefhebber van het genre kan waarschijnlijk veel beter onderscheid maken tussen de subgenres, van power tot progressieve metal. Wat zullen beiden invullen op de 5-puntsschaal? Wat ik wil zeggen is dat je de scores die niet-liefhebbers en liefhebbers invullen niet goed met elkaar kunt vergelijken omdat ze twee afzonderlijke populaties vormen. Een schaal geeft de indruk dat er een net continuum is tussen 'haters' en 'lovers', maar dat is schijn. Ik denk dan ook dat liefhebbers van een bepaald genre veel genuanceerder over dat genre denken dan niet-liefhebbers. Een genuanceerd oordeel uit zich niet direct in een hoge score op een 5-puntsschaal, de liefhebber kan tenslotte best denken: "Ja, ik houd van power metal, maar van folk metal moet ik niets hebben." Daarom denk ik dat je niet alleen voorkeur voor, maar ook kennis over een muziekgenre moet meenemen als je er iets zinnigs over wil zeggen. In het onderzoek is 'familiarity' wel gemeten maar louter om te kunnen zeggen dat kennis over genres toeneemt van 12 tot 16 jaar.
Het lijkt mij eigenlijk veel leuker om niet te kijken naar muziek als voorspeller van gedrag, maar om terug te kijken: welke muziek heeft je gemaakt tot wie je bent? Daaraan wil ik binnenkort aandacht besteden.

Literatuur 
ter Bogt, T.F.M., Keijsers, L., & Meeus, W.H.J. (2013). Early Adolescent Music Preferences and Minor Delinquency. Pediatrics; originally published online January 6, 2013; DOI: 10.1542/peds.2012-0708.

Geen opmerkingen: